Toekomstige collega

Petra Haverlach

  • Van: Junior Campus

Petra Haverlach ging na de middelbare school naar de kappersschool omdat het haar ´wel leuk leek´. Dat was het ook, net als het kappersvak, maar het gevoel echt iets toe te kunnen voegen ontbrak. Na wat omzwervingen maakte ze de overstap naar het onderwijs. Ze werkt nu als leraarondersteuner op de Junior Campus in Hilversum en doet de flexibele deeltijd-pabo om straks zelfstandig voor haar eigen klas te staan.

“Na de kappersschool heb ik volgens mij één jaar in de kapsalon gestaan. Dat was leuk, maar ik wilde nog veel meer leren. Ik heb verschillende banen gehad die wat te maken hebben met het kappersvak, zoals een salesfunctie in kappersmaterialen, en ik heb voor de klas gestaan op een roc in Gouda. Ik gaf praktijklessen en zou na een jaar beginnen met mijn didactische aantekening. Maar ik heb het toch niet gedaan. Het was een school met veel jongeren met multiproblematiek. Ik kon daar zeker iets toevoegen, maar het waren soms zulke heftige verhalen. Ik trok me die zo persoonlijk aan dat ik het niet goed kon handelen.”

Jij moet het onderwijs in
“Ik ben om me heen gaan kijken en heb veel cursussen gedaan. Zo ben ik in het notariaat terechtgekomen. Ontzettend interessant en ik heb heel veel geleerd, maar ik voelde wel: dit is niet de baan van mijn leven. Ik ben echt een mensen-mens, dat miste ik daar enorm. Dus weer verder zoeken. Toen de coronaperiode aanbrak, werkte ik net weer in een kapsalon. We moesten veel dicht, dus ik zat thuis en had genoeg tijd om na te denken. Ik wilde al zolang een andere kant op, een meer inhoudelijke baan. Een vriendin van mij die zelf als ib’er [red. intern begeleider] werkt, had al vaker gezegd: Peet, jij moet het onderwijs in. Ik deed daar eigenlijk nooit iets mee, maar ben me er toen echt in gaan verdiepen.”

Crashcourse
“Bij Alberdingk Thijm Scholen hebben ze een oriëntatietraject met onder andere een crashcourse. Dan krijg je echt de basis van het lesgeven mee, heb je vijf lesavonden en loop je ook vier keer een dag mee op een school. Dat heeft mij heel erg geholpen om te bepalen of ik dit echt wilde. Dat zou namelijk wel echt mijn laatste sprong worden. Ik doe nu flexibele deeltijd-pabo. Op maandag heb ik college, dinsdag is mijn stagedag hier op school en woensdag tot en met vrijdag werk ik hier als leraarondersteuner. Dat kan omdat ik de opleiding tot leraar doe. Had ik geen leraar willen worden, had ik de opleiding tot leraarondersteuner ernaast moeten doen.”

Wat doe ik als leraarondersteuner:
“Ik geef een aantal lessen onder toezicht van de leraar die gewoon ook in het lokaal is. Ik doe remedial teaching op de gang met een aantal kinderen. Dus wat extra begeleiding met rekenen, lezen en taal. Als je alleen voor de klas staat kom je aan heel veel dingen niet toe. Nu hebben we hier relatief kleine klassen, maar dan nog. Junior Campus is tweetalig onderwijs en er zijn kinderen die nog eens een derde taal als moedertaal hebben. Die hebben soms wat extra ondersteuning nodig. Het is heel fijn om die te kunnen geven.”

Blijven ademen
“Ik vind de pabo een heel leuke opleiding, maar het is wel heel erg veel. Je moet veel verslagen schrijven en ik moet zeggen dat alle theorie in m’n hoofd stampen me niet altijd even makkelijk afgaat. Het is toch een hele tijd geleden dat ik in de schoolbanken zat. Ik moest gewoon weer leren leren. Ik werk vier dagen, heb één dag college en ook gewoon mijn gezin. Soms moet je dan je balans zoeken en denken: wat heeft voor mij nou echt prioriteit? Want alles is belangrijk, maar je moet wel realistisch blijven. Ik wil wel gewoon kunnen blijven ademen.”

Yes!-moment
“Ik heb nu groep 3 en 4. Dat vind ik een heel leuke leeftijd: ze zijn nog een beetje knuffelbaar, kijken nog een beetje naar je op en zijn heel eager om te leren. Maar ik heb stage gelopen in groep 7 en die zijn ook leuk, daar voer je weer heel andere gesprekken mee. Volgend jaar krijg ik groep 5. Zo word je breed inzetbaar. Wanneer je kinderen iets leert, willen ze vaak nog meer weten. Daar leer ik zelf ook weer van. Want zij zeggen of vragen dingen die, vooral omdat ze nog zo puur zijn, soms heel anders zijn dan wat je verwacht. Dat vind ik interessant. En als er echt iets lukt, dan hebben ze zo’n yes!-moment. Daar krijg ik zelf ook zoveel energie van. En als het vandaag nog niet lukt, dan lukt het misschien morgen, of volgende maand.”

Best een zware baan
“Ik vind het best een zware baan. Je krijgt heel veel prikkels van al die individuutjes en dat gaat de hele dag door. Je hebt zelf natuurlijk ook wel eens je dingen, die moet je leren parkeren en niet mee te laten spelen. Hoewel ik soms ook eerlijk zeg: ik heb vannacht slecht geslapen, dus als ik je even niet hoor, dan ligt ‘t niet aan jou. En als de school om half drie uitgaat, stopt het werk niet. Maar ik heb nog nooit een dag gehad dat ik dacht: ik wil dit niet. Ik heb het echt heel erg naar m’n zin. Er is veel ruimte om te leren. Ik krijg heel veel ondersteuning van mijn collega’s. Ik proef hier heel erg de sfeer van: I’ve got your back.”

Denk je na over een overstap?
“Oriënteren of dit echt is wat je wilt, is heel belangrijk. Het is tenslotte een grote stap die je gaat maken. Dus volg een oriëntatietraject en als dat er niet is: ga zelf op onderzoek uit. Bel een scholenstichting op en ga in gesprek over wat je intenties zijn. Vraag of je ergens mee mag kijken. En dan niet op de school van je kind, maar juist ergens waar je het niet kent en waar ze jou niet kennen. Zodat je echt als jezelf komt.”

Lianne Rebel

Lianne Rebel wilde van kleins af aan juf worden, maar had het idee dat dit voor haar niet was weggelegd. “Ik dacht: dan moet je heel veel theorie doen en daar was ik helemaal niet van. Ik was van het creatieve. Ik had ook een taalontwikkelingsstoornis en dacht dat je daarmee nooit de pabo zou kunnen doen.”

Jeanine Elders

Het carrièrepad van Jeanine Elders bracht haar steeds een stapje hoger, tot manager aan toe. Op een levensbepalend moment besefte ze dat dat niet was waar haar hart lag. Ze miste het contact met de werkvloer en maakte de overstap naar het basisonderwijs. Op de Augustinusschool in Hilversum managet ze nu als zij-instromer vijfentwintig zeer (inter)actieve kleuters.

Ferdi Schrooten

Ferdi Schrooten studeerde journalistiek en werkte lang in de krantenwereld. Later switchte hij naar tv. Hij deed projecten in binnen- en buitenland en heeft een boek geschreven. Nu staat hij bij christelijke basisschool De Regenboog in Kortenhoef als leraar voor groep 7. Daar begint hij iedere dag met een onderwerp uit het nieuws.

Judith Visser

Judith Visser: “Toen ik klein was, wilde ik later een stoer beroep: bij de landmacht of beren verzorgen in de dierentuin.” Dat is het uiteindelijk niet geworden, maar na jaren in een andere sector de overstap maken naar het onderwijs is minstens even stoer. Judith staat als zij-instromer voor de klas op de Gooise Daltonschool in de Hilversumse Meent.

Linda Tensen

‘Juf, weet je waar jij op lijkt?’ Linda Tensen (53) studeerde af aan de pabo, specialisatie bovenbouw. Maar na een paar maanden met een groep pre-pubers wist ze dat dát niks voor haar was. Inmiddels geeft ze al 29 jaar les aan kleutergroepen. Ze heeft in haar onderwijscarrière heel veel zien veranderen, maar wat blijft is dat ieder kind zich veilig wil voelen. Over de vraag wat ze vroeger wilde worden hoeft ze geen seconde na te denken: juf!

Jeroen Hubert

Jeroen Hubert (47) werkte tien jaar als fitnessinstructeur en dertien jaar als financieel adviseur bij een bank. Totdat een gastles op een basisschool hem aan het denken zette. Inmiddels zit hij in het afrondende jaar van de deeltijd-pabo en loopt hij stage op RKBS de Springplank in Huizen.

Ilse de Bruin

“Toen ik jong was wilde ik kinderarts worden of juf. Ik was niet zo bèta, dus op de middelbare school had ik al snel door: kinderarts ligt buiten mijn bereik. En wat het onderwijs betreft: daar waren in die tijd helemaal geen banen in! Ik heb ook over de kunstacademie gedacht, maar dat vond ik toen toch wel een beetje vaag.”