Huizermaat
“In het onderwijs kun je echt iets betekenen”
Toen Kelly Westerhuis op de havo een studiekeuze moest maken, twijfelde ze. Ze wist dat ze ´iets met mensen´ wilde doen. Onderwijs was dus een optie, maar ze koos eerst een andere studie. Inmiddels is ze geswitcht naar de lerarenopleiding, zit ze op haar derde stageschool en is ze hard op weg haar tweedegraads onderwijsbevoegdheid te halen.
“Ik heb eerst een jaar logopedie gestudeerd. Toen kwam ik erachter dat ik het wel heel interessant vond, maar dat mezelf niet de rest van mijn leven zag doen. Ik ben gaan nadenken: wat vind ik nou wel echt leuk? Aardrijkskunde heeft me altijd heel erg geïnteresseerd. Maar ik zag mezelf niet zo snel op de uni geologie ofzo studeren. Ik wil lekker bezig kunnen zijn en heb echt behoefte aan menselijk contact. Toen was de keuze voor het onderwijs eigenlijk snel gemaakt. Ik volg nu aan de HU de opleiding tot leraar aardrijkskunde.”
Stage in coronatijd
“Het eerste jaar loop je direct een half jaar stage. Ik deed dat op mijn oude middelbare school het Goois Lyceum in Bussum. Ik heb wel gekeken of de mensen waar ik echt close mee was er niet meer op zaten. Dat zou heel raar zijn geweest. Ik kende wel broertjes of zusjes van vrienden, maar die zaten al in de bovenbouw en ik gaf les in de onderbouw. Het was in coronatijd, dus heel gek: ik heb één les op school gegeven en daarna een aantal lessen online. Vervolgens nog een aantal hybride lessen. Eigenlijk heb ik in mijn tweede jaar pas echt ervaren hoe onderwijs in elkaar zit.”
Steeds langere stages
“In het tweede jaar start je direct aan het begin van het jaar met je stage, net zoals in het derde en vierde jaar trouwens. Het eerste jaar had ik vijf lesmomenten (inmiddels is het curriculum iets veranderd). Dat kan ook betekenen dat je alleen de uitleg geeft of alleen begeleiding bij het zelfstandig werken. Het tweede jaar gaf ik tien lessen in het eerste halfjaar en tien lessen in de tweede helft van het jaar. Nu in het derde jaar geef ik twintig lessen in het eerste half jaar en twintig in het tweede halfjaar. Mijn tweede stage liep ik op het Alberdingk Thijm College (ATC). Ook tof, maar ik vond het wel heel groot. Leuk om mee te maken, maar een kleinere school past meer bij mij. Nu in het derde jaar zit ik op de Huizermaat. Ik geef les binnen de richting Talent en dat is voor mij ook weer nieuw. Dat bevalt heel erg goed.”
Sparren over lesideeën
“De opleiding die ik volg is heel kleinschalig. Daardoor krijg je heel makkelijk een band met je docenten. Zij zeggen ook: ‘We zien jullie niet zozeer als studenten maar meer als collega’s die we opleiden.’ Dat is wel echt de hele sfeer op de HU. Je werkt met elkaar en je leert van elkaar. Het is niet zoals op de uni dat er een professor is die uitleg geeft en jij daarvan leert. Het gebeurt weleens dat docenten naar ons toekomen en vragen: ‘Hoe doen jullie dit?’ Of: ‘Hoe werkt dat programma?’ Je kunt elkaar daarbij helpen. Zo is het ook fijn om met iemand die meer ervaring heeft te kunnen sparren over lesideeën.”
Wat mij trekt in het onderwijs
“Je werkt met mensen en je kunt op je eigen manier je interesses delen. Je hebt natuurlijk je lessen en bepaalde stof die je moet behandelen voor de toets, maar hoe je dat doet, daar ben je heel vrij in. Dus je kunt bedenken: ga ik ze uit het werkboek laten werken of ga ik ze een bepaalde puzzel geven waarbij ze hetzelfde leren maar enthousiaster bezig zijn? Die vrijheid in het zelf kunnen ontwikkelen van dingen sprak me heel erg aan. Ik zou heel ongelukkig worden van een kantoorbaan die elke dag hetzelfde is. Dat is ook leuk: je kunt dingen voorbereiden, maar vaak loopt het toch weer helemaal anders.”
Sociaal contact en interactie
“Ik denk dat het wel een bepaald type jongere is dat kiest voor het onderwijs. Het zijn over het algemeen de mensen die houden van het sociale contact en interactie met elkaar. Die bij willen dragen aan de maatschappij ook. Het scheelt wie je zelf hebt gehad als leraren. Als daar iemand bij zat waar je veel aan hebt gehad of van hebt geleerd, denk je eerder: misschien kan ik dat ook. Het is in het begin natuurlijk best spannend om met jongeren te werken. Je moet dus ook wel een beetje sterk in je schoenen staan.”
Betekenisvol werk
“Nu in het derde jaar heb ik twee volledige stagedagen per week. Het vermoeiendst is dat je voor de klas echt moet aanstaan, dat kan niet half. Daarnaast heb ik over het algemeen twee dagen college. Ik woon op mezelf, heb een baantje ernaast en een sociaal leven. Dat is allemaal bij elkaar best pittig. Het vergt veel van je discipline. Maar ik vind het zo leuk om met die kinderen te werken. Je bouwt echt een band op. Ze durven dingen aan je te vragen als ze ergens mee zitten en je kunt echt iets betekenen voor iemand.”
Toekomst
“Als ik afgestudeerd ben, wil ik eerst gewoon lekker gaan werken. Kijken hoe het echt is. Er zijn ook zoveel verschillende soorten onderwijs. Zoals wat ik nu doe bij Talent: dat is heel erg gericht op de persoon op zich. Ik was van vroeger uit veel meer gewend dat er naar het cijfer werd gekeken. Tegenwoordig gaat het veel meer om de persoonlijke ontwikkeling en groei. Dat lijkt me heel goed. Ik zou zeggen: doe in groep 8 niet zozeer een test op niveau, maar ook op welke vorm van onderwijs bij het kind past. Er is zoveel mogelijk. Dat vind ik ook het mooie aan onderwijs: het staat nooit stil.”