Toekomstige collega

Jeroen Hubert

  • Van: De Springplank Huizen

'De dynamiek in zo’n klas vind ik mooi, inschatten hoe ze zich voelen en daarover met ze praten.'

Jeroen Hubert (47) werkte tien jaar als fitnessinstructeur en dertien jaar als financieel adviseur bij een bank. Totdat een gastles op een basisschool hem aan het denken zette. Inmiddels zit hij in het afrondende jaar van de deeltijd-pabo en loopt hij stage op RKBS de Springplank in Huizen.

“Mijn leven heeft lang in het teken gestaan van sport. Ik heb op vrij hoog niveau gehonkbald en wilde daar helemaal voor gaan. Ik heb met het team ook veel gereisd. Sportacademie leek daarnaast een logische keuze. Ik heb twee jaar de ALO in Amsterdam gedaan, maar ik heb dat eerlijk gezegd niet zo serieus genomen. Het was meer lang leve de lol. Dus uiteindelijk moest ik stoppen wegens tegenvallende resultaten. Daarna ben ik gaan werken. Ik heb van alles gedaan en ben me ook in vakken gaan verdiepen die ik anders op de ALO had gekregen. Ik heb de modules fitnessinstructeur en sportmassage behaald en ben uiteindelijk ook als fitnessinstructeur gaan werken. Dat heb ik een jaar of tien gedaan.”

Toen begon het te kriebelen?
“Ja, op een gegeven moment dacht ik: ik heb mavo, havo, vwo gedaan, maar wat kan ik daar nou helemaal mee? Toen ben ik naar de Johan Cruijff University gegaan. Een heao voor sporters die door Cruijff is opgezet zodat je als sporter niet in het bekende zwarte gat valt na je sportcarrière. Ik heb daar de hbo commerciële economie afgerond. Omdat er in die tijd nauwelijks werk was in de sportbranche, ben ik bij een bank gaan werken als financieel adviseur. Ik wilde het een maandje proberen, maar dat is uiteindelijk dertien jaar geworden. Ik werkte op de verschillende kantoren en had veel contact met klanten, wat ik leuk vond. Het gaf zekerheid, goede arbeidsvoorwaarden, dus ik zat wel op m’n plek.”

Totdat…?
“In de Week van het geld krijgen leerlingen en scholieren voorlichting over geldzaken. Namens de bank ging ik dat doen op de basisschool de Springplank in Huizen. Daar werd me verteld: ‘dat doe je goed die gastlessen, heb je er wel eens aan gedacht om voor de klas te gaan staan?’ Dat heeft me aan het denken gezet en na een tijd lang wikken en wegen, besloot ik ervoor te gaan.

Wat heb je gewikt en gewogen?
“Nou, ik dacht: als ik aan een opleiding begin, heb ik een tijdje geen inkomen. Hoe ga ik dat doen met mijn gezin en de vaste lasten? Ik wist ook: als ik klaar ben met die opleiding ga ik niet meer verdienen dan wat ik nu verdien. Maar daar was het me ook niet om te doen. Een jaar lang heb ik met allerlei mensen gesproken, ook binnen de bank. Uiteindelijk werd er gezegd: als dit je passie is en je dit echt wilt, moet je ervoor gaan. Toen heb ik met mijn leidinggevende een plan gemaakt. De bank heeft uit goed werkgeverschap de eerste twee jaar van mijn opleiding gefinancierd. Dus kon ik naast mijn baan versneld deeltijd-pabo doen.”

Vind je de studie zwaar?
“Die eerste anderhalf jaar was best een pittige belasting. Ik werkte drie dagen, had een dag in de week stage en een dag in de week college. Dat betekende werken, thuiskomen, helpen met de kinderen naar bed te doen en dan aan de studie. Inmiddels ben ik gestopt bij de bank. Bij een reorganisatie heb ik gezegd: laat mij maar gaan. Ik zit nu in m’n derde jaar en ga dit jaar afstuderen. Mijn verplichte stages heb ik afgerond en ik doe nu een onderhoudsstage van een dag in de week op de Springplank. Daar sta ik dus zelfstandig voor de klas. De rest van de week ben ik bezig met lessen voorbereiden en mijn studieopdrachten bijwerken, want in die eerste periode heb ik wel wat achterstand opgelopen.”

Hoe is het om voor de klas te staan?
“Ik krijg er een hoop energie van en ga iedere keer met heel veel plezier naar school toe. Ik heb groep 8 en daar kun je al best op een vrij volwassen manier mee communiceren. De dynamiek in zo’n klas vind ik mooi, inschatten hoe ze zich voelen en daarover met ze praten. Aan het begin van het jaar heb ik vrij stevig neergezet: dit verwacht ik van jullie. En gevraagd: wat verwachten jullie van mij? We hebben daarvan een woordweb gemaakt op het bord. Ik zei: dit is wat we hebben gezegd en afgesproken met elkaar. Kijk daar af en toe eens naar.”

Wat verwachten de leerlingen van jou?
“Hulp bieden, respect tonen en eerlijk zijn. Humor en gezelligheid, een open sfeer. En actieve dingen doen. Daar ben ik zelf ook wel van. Naast de methodes die we moeten volgen, zijn we best wel druk geweest met activiteiten. We zijn naar de moskee geweest, hebben in de sloot bodem- en wateronderzoek gedaan en we hebben selfies gemaakt, verkleed als historische personen.”

Wat vind je lastig aan voor de klas staan?
“Ik vind het fijn om buiten de kaders te denken, maar dat kan niet altijd. Je moet toch bepaalde methodes en regels volgen. Maar zo’n methode biedt ook wel een hoop houvast.”

Jij bent geen zij-instromer?
“Nee, want ik ben niet in dienst van de Springplank. Ik heb bewust gekozen voor deeltijd-pabo. Ten eerste omdat het voor mij niet reëel was om binnen twee jaar mijn onderwijsbevoegdheid te halen. Plus: ik vind de bachelor heel veel waard. Maar je moet vooral kijken wat er bij jou en je situatie past.”

Wat is jouw advies aan mensen die de switch willen maken naar het onderwijs?
“Laat je goed informeren en praat met mensen in je omgeving om erachter te komen of het echt bij je past. Niet alleen met je partner en vrienden, maar ook met je huidige leidinggevende of een coach. Zelf ben ik naast de Week van het geld ook een aantal dagen mee gaan lopen in de klas. Je voelt het pas echt als je voor zo’n groep staat. En er komt echt veel bij kijken. Neem dat mee in je overweging. Het is echt een veelomvattend beroep.”

 

Lianne Rebel

Lianne Rebel wilde van kleins af aan juf worden, maar had het idee dat dit voor haar niet was weggelegd. “Ik dacht: dan moet je heel veel theorie doen en daar was ik helemaal niet van. Ik was van het creatieve. Ik had ook een taalontwikkelingsstoornis en dacht dat je daarmee nooit de pabo zou kunnen doen.”

Jeanine Elders

Het carrièrepad van Jeanine Elders bracht haar steeds een stapje hoger, tot manager aan toe. Op een levensbepalend moment besefte ze dat dat niet was waar haar hart lag. Ze miste het contact met de werkvloer en maakte de overstap naar het basisonderwijs. Op de Augustinusschool in Hilversum managet ze nu als zij-instromer vijfentwintig zeer (inter)actieve kleuters.

Ferdi Schrooten

Ferdi Schrooten studeerde journalistiek en werkte lang in de krantenwereld. Later switchte hij naar tv. Hij deed projecten in binnen- en buitenland en heeft een boek geschreven. Nu staat hij bij christelijke basisschool De Regenboog in Kortenhoef als leraar voor groep 7. Daar begint hij iedere dag met een onderwerp uit het nieuws.

Petra Haverlach

Petra Haverlach ging na de middelbare school naar de kappersschool omdat het haar ´wel leuk leek´. Dat was het ook, net als het kappersvak, maar het gevoel echt iets toe te kunnen voegen ontbrak. Na wat omzwervingen maakte ze de overstap naar het onderwijs. Ze werkt nu als leraarondersteuner op de Junior Campus in Hilversum en doet de flexibele deeltijd-pabo om straks zelfstandig voor haar eigen klas te staan.

Judith Visser

Judith Visser: “Toen ik klein was, wilde ik later een stoer beroep: bij de landmacht of beren verzorgen in de dierentuin.” Dat is het uiteindelijk niet geworden, maar na jaren in een andere sector de overstap maken naar het onderwijs is minstens even stoer. Judith staat als zij-instromer voor de klas op de Gooise Daltonschool in de Hilversumse Meent.

Linda Tensen

‘Juf, weet je waar jij op lijkt?’ Linda Tensen (53) studeerde af aan de pabo, specialisatie bovenbouw. Maar na een paar maanden met een groep pre-pubers wist ze dat dát niks voor haar was. Inmiddels geeft ze al 29 jaar les aan kleutergroepen. Ze heeft in haar onderwijscarrière heel veel zien veranderen, maar wat blijft is dat ieder kind zich veilig wil voelen. Over de vraag wat ze vroeger wilde worden hoeft ze geen seconde na te denken: juf!

Ilse de Bruin

“Toen ik jong was wilde ik kinderarts worden of juf. Ik was niet zo bèta, dus op de middelbare school had ik al snel door: kinderarts ligt buiten mijn bereik. En wat het onderwijs betreft: daar waren in die tijd helemaal geen banen in! Ik heb ook over de kunstacademie gedacht, maar dat vond ik toen toch wel een beetje vaag.”