“Ik heb eerst theologie gestudeerd aan het hbo om mijn propedeuse te halen. Daarna ben ik geschiedenis gaan doen aan de universiteit. Mijn interesse lag daar en ik wilde me er graag verder in verdiepen. Ik dacht: ik zie tijdens de studie wel welke kant het opgaat. Mark Rutte heeft ook geschiedenis gestudeerd, dus je weet nooit waar je eindigt. Ik doe gewoon wat ik leuk vind.”
Marisa Debisarun (34) kwam na een kleine omweg terug op haar middelbare school SG Huizermaat waar ze nu als leraar geschiedenis in de onderbouw lesgeeft.
Amsterdams stadsarchief
Toen ik klaar was met geschiedenis heb ik een interdisciplinaire master gedaan. Een combinatie van de vakgebieden Nederlands, geschiedenis en kunst met als onderwerp: de Gouden Eeuw. Tijdens die master liep ik stage op het Stadsarchief Amsterdam en daar kon ik blijven werken. Zij doen onderzoeksprojecten, maar daar moet wel financiering voor zijn. Iedere keer werd mijn functie met een jaar verlengd en uiteindelijk ben ik er drie jaar gebleven.
Kans in het onderwijs
Na mijn bachelor geschiedenis had ik een minor gedaan waardoor ik tweedegraads bevoegd was om les te geven. Toen ik bij het Stadsarchief weg moest dacht ik: dit is mijn kans om te kijken of het onderwijs iets voor mij is. Ik startte met solliciteren, maar geschiedenis is geen tekortvak. Er waren weinig vacatures en ik had geen ervaring, dus werd nergens uitgenodigd. Toen brak ook nog corona uit. Ik wilde niet thuis afwachten en heb me aangemeld voor de eerstegraads opleiding. Ik dacht: dan doe ik iets nuttigs tijdens de lockdown en krijg ik een stageplek en kom ik dus binnen bij een school. Dan doe je contacten op en wie weet kun je zelfs blijven.
Terug op Scholengemeenschap Huizermaat
Omdat ik de minor al had gedaan, hoefde ik maar een half jaar aan de UVA te studeren om mijn eerstegraads bevoegdheid te behalen. Ik kreeg heel toevallig een stageplaats op SG Huizermaat, waar ik zelf ooit op school heb gezeten. Dat is inmiddels tweeënhalf jaar geleden en het bevalt heel erg goed om als leraar voor de klas te staan. Ik heb 7 klassen in de onderbouw: mavo, havo en met name vwo. Ik mag ook lesgeven in de bovenbouw maar daar is nu geen ruimte. En ik vind deze leeftijd wel leuk eigenlijk.
Zelfstandig en heel divers
Dit is een heel zelfstandig beroep en dat vind ik fijn. Natuurlijk moet je een bepaald programma draaien, maar je kunt zelf bepalen hoe je dat doet. Als je op een fijne school werkt waar je het vertrouwen krijgt, kun je er dus echt zelf je draai aan geven. De leerlingen maken het ook leuk. Bij het Stadsarchief zat ik de hele dag op kantoor, wetenschappelijk met mijn neus in de boeken. Dan kon de tijd weleens langzaam gaan, maar als leraar vliegt elke dag voorbij. Daarnaast is het divers. Ik doe sinds dit jaar een uitwisselingsprogramma met een Duitse school. Ik ga dus een week met leerlingen uit 3 vwo op reis en er komen leerlingen een week hiernaartoe. Dat is ontzettend leuk om mee bezig te zijn. Ook geef ik sinds dit jaar talentonderwijs, een onderwijsstroom die speciaal is aangepast op het lesgeven aan hoogbegaafde leerlingen.
Het een beetje leuk hebben met elkaar…
Je middelbareschooltijd kan best een lastige periode zijn. Je bent puber. Er gebeurt zoveel. Je maakt heel veel dingen voor het eerst mee. Misschien speelt er thuis wel van alles. Maar ondertussen wordt er verwacht dat je er altijd bent, op tijd opstaat, in de schoolbanken zit.
Sommigen fietsen heel rustig door die schooltijd heen. Anderen kunnen hier wel wat meer hulp bij gebruiken. Ook daarin speel je een rol als leraar. Het gaat niet alleen om goede cijfers. Je hoeft ook echt geen fan te worden van mijn vak. Als we het maar een beetje leuk hebben met elkaar en iedere leerling die middelbareschooltijd zo goed mogelijk doorkomt. Dat vind ik belangrijk.
Tips voor zij-instromers
Vergis je niet: het is veel meer dan alleen vakinhoudelijk bezig zijn. Dat is natuurlijk ook belangrijk, maar je moet je vooral ook pedagogisch verder ontwikkelen. Je hebt daarnaast ook veel organisatorische taken en administratieve. Dat vind ik juist erg leuk aan deze baan, maar alles bij elkaar is het soms best veel. Je kunt altijd wel door blijven werken. Dat moet je goed leren afbakenen, anders sta je 24/7 aan. Flexibel zijn en kunnen relativeren, helpt ook.
De wereld ontdekken, dat is wat Yvonne Ovink het liefst wilde. Na het havo ging ze dan ook een jaar als uitwisselingsstudent naar Amerika. En tijdens haar studie Economie, met de richting Toerism Management, liep ze stage in Australië. Na haar afstuderen werkte ze zeven jaar als account- en projectmanager bij reclamebureaus in Nederland, tot ze merkte dat daar haar hart niet lag.
De keuze voor een vervolgstudie na de middelbare school was voor Annabel Rigter niet ingewikkeld. Al van jongs af aan vond ze geschiedenis interessant. En in haar rol als volleybaltrainer ontdekte ze dat ze het leuk vond om les te geven. “Dus ik dacht: ik combineer het gewoon en ga het allebei doen.”
Als kind wilde Joey Soumokil piloot worden, maar door zijn beperkte zicht bleef dat helaas een jongensdroom. Rechter leek hem ook een mooi beroep. Of advocaat, dominee of leraar: “Iets waarmee ik mensen iets kan bijbrengen.” Nu staat hij als muziekleraar voor de klas, daarnaast heeft hij zijn eigen bedrijf als producer van gamemuziek.
Toen Evan Möring (30) Journalistiek studeerde vroeg hij zich al af of hij dat fulltime leuk zou vinden. Hij wilde er sowieso iets naast gaan doen. Het onderwijs was een van de opties. Coronatijd gaf de doorslag. Evan wilde meer mensen om zich heen, meer vastigheid en vooral het gevoel dat hij iets kon bijdragen aan de maatschappij.
Zijn kinderdroom was profvoetballer worden. Later werd dat archeoloog, omdat hij geschiedenis zo leuk vond. Dat vormde uiteindelijk ook het bruggetje naar het docentschap, maar na de middelbare school volgde Kaan Karakoc eerst de mbo-studie Pedagogisch Medewerker. Hij werkte kort op een sport-BSO, maar dacht: is dit het nou? Ik wil meer. Vrienden zeiden: waarom word jij geen leraar?
“Ik krijg wel eens de vraag: als je geen docent was geworden, wat was je dan gaan doen? Dan blijft het bij mij heel lang stil. Ik heb eigenlijk nooit een andere ambitie gehad dan voor de klas staan.” Wendy van Capelle werkt al twintig jaar in het onderwijs, waarvan achttien jaar op het Vituscollege in Bussum waar zij economie en bedrijfseconomie geeft.
Mieke Staal studeerde af aan de Academie Mens & Arbeid in de richting ‘personeel en arbeid’. Bijna tien jaar was ze binnen dat werkveld actief, met name in de re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Tot het vercommercialiseren van die sector ervoor zorgde dat ze dacht: ik moet hier weg! Ze maakte de overstap naar het onderwijs. Daar rijgt ze verschillende onderwijskundige rollen aan elkaar, met als rode draad: trainen, coachen en begeleiden van jonge en volwassen mensen.
Patriek Kerkhoff (52) werkt na zijn studie politicologie lange tijd bij Defensie. Daarna is hij wethouder in Laren en bekleedt hij verschillende financieel-economische functies. Drie jaar geleden besluit Patriek de overstap te maken naar het voortgezet onderwijs. Per toeval krijgt hij zijn oude middelbare school in Huizen als stageplaats aangewezen. Inmiddels staat hij voor het tweede jaar daar op de Huizermaat als docent economie en bedrijfseconomie voor de klas.